Bij het opstellen van de begroting 2023 is, op basis van de prognoses van het CPB, rekening gehouden met de volgende indexpercentages:
Indexeringspercentages | 2023 |
---|---|
Salarissen en sociale lasten (incl. cao) | 5,9% |
Goederen en diensten | 6,2% |
Subsidies | 6,2% |
Gemeenschappelijke regelingen | 4,8% |
Belastingen en heffingen | 6,2% |
Bovenstaande indexpercentages zijn conform de Kaderbrief 2023-2026. Deze percentages zijn gebaseerd op de prognoses in de maartraming 2022 van het CPB. Inmiddels heeft het CPB de prognoses voor 2022 en 2023 hoger bijgesteld. Met de septembercirculaire 2022 worden de accressen bijgesteld met de loon- en prijsontwikkeling. Wij zullen de raad hierover informeren via de Oktoberbrief 2022 en waar nodig voorstellen doen om de begroting hierop aan te passen.
De gemeenteraad besluit met het vaststellen van de begroting over de hoogte van de subsidieplafonds. Het college beslist over de besteding van deze budgetten. De toegepaste indexatie op de plafonds houdt derhalve niet in dat voor alle instellingen de subsidie automatisch wordt verhoogd met dit percentage.
De meerjarige budgetten en de algemene uitkering zijn berekend tegen constante prijzen. De vrij besteedbare middelen van de gemeente bestaan vooral uit de gelden die via het gemeentefonds beschikbaar worden gesteld en de onroerende-zaak belastingen. In deze begroting is nog geen rekening gehouden met het voor- of nadelig effect van de septembercirculaire 2022. Hierover informeren wij u afzonderlijk voorafgaand aan de begrotingsbehandeling.
De ervaring van de afgelopen jaren heeft geleerd dat de gerealiseerde kapitaallasten steeds lager waren dan de geraamde kapitaallasten. De lagere kapitaallasten werden veroorzaakt door het niet tijdig realiseren van de investeringen (onderuitputting) en het later verwerken van het financieel effect van gunstiger leningsvoorwaarden. Bij de berekening van de kapitaallasten is derhalve rekening gehouden met een jaarlijks realisatiepercentage van 70%.