Gemeentelijke leges
De wettelijke grondslag van de leges algemene dienstverlening (hoofdstuk 1 van de legesverordening) is opgenomen in artikel 229, eerste lid, onderdeel b van de Gemeentewet. Op basis van dit artikel mag de gemeente de kosten van dienstverlening in rekening brengen bij de mensen die deze dienst aanvragen. De omgevingsvergunningen (hoofdstuk 2 van de legesverordening) worden geregeld op basis van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en/of de Omgevingswet. De leges en vergunningen rond horeca, seksbedrijven, winkeltijden en het organiseren van een evenement of markt (hoofdstuk 3 van de legesverordening), zijn vastgelegd in de Europese Dienstenrichtlijn.
Ten behoeve van de invoering van de Omgevingswet (verwachte datum inwerkingtreding 1 januari 2023) is er een nieuwe model legesverordening uitgebracht, deze is gebruikt als basis voor de nieuwe concept legesverordening en berekening van de kostendekkendheid. De nieuwe verordening bestaat uit drie hoofdstukken, met verschillende paragrafen (voorheen: titels en hoofdstukken). In het eerste hoofdstuk zijn enkele voormalige titels (nu: paragrafen) samengevoegd, zodat er tien paragrafen overblijven.
Bij het opstellen van de begroting is niet zeker of de Omgevingswet en de daaraan gekoppelde Wet kwaliteitsborging voor het bouwen daadwerkelijk per 1 januari 2023 inwerking zullen treden. In de begroting, bij de berekening van de kostendekkendheid en het opstellen van de concept legesverordening zijn wij hier echter wel vanuit gegaan. Indien (in de loop van november) blijkt dat de invoeringsdatum tóch wordt verschoven, zal een voorstel worden gedaan om de begroting hierop aan te passen. Voor wat betreft de legesverordening houdt dit in dat hoofdstuk 2/ titel 2 van de legesverordening, zoals deze tot en met 2022 gold, wordt geactualiseerd.
In de volgende tabel is de onderbouwing van de kosten van de gemeentelijke leges en tarieven 2023 in beeld gebracht. Per onderdeel is uitgesplitst welke kosten worden toegerekend aan een gemeentelijk product en met welke inkomstenraming rekening wordt gehouden. Op basis van deze gegevens kan de mate (%) van kostendekkendheid worden bepaald.
(bedragen x € 1) | |||
Legesverordening | Lasten totaal | Baten totaal | % Kosten dekkendheid |
Hoofdstuk 1 Algemene dienstverlening | |||
Paragraaf 1 Burgerlijke stand | 75.485 | -33.796 | 45% |
Paragraaf 2 Reisdocumenten & Ned. identiteitskaart | 489.035 | -272.689 | 56% |
Paragraaf 3 Rijbewijzen | 251.246 | -178.121 | 71% |
Paragraaf 4 Verstrekkingen uit de basisregistratie personen | 395 | -129 | 33% |
Paragraaf 5 Bestuursstukken e.d. | 0 | 0 | 0% |
Paragraaf 6 Vastgoedinformatie | 0 | 0 | 0% |
Paragraaf 7 Overige publiekszaken | 39.807 | -38.175 | 96% |
Paragraaf 8 Gemeentearchief | 0 | 0 | 0% |
Paragraaf 9 Bijzondere wetten | 124.092 | -56.270 | 45% |
Paragraaf 10 Diversen | 51.220 | -75.366 | 147% |
Subtotaal hoofdstuk 1 | 1.031.280 | -654.546 | 63% |
Hoofdstuk 2 Dienstverlening fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning | |||
Paragraaf 1 Algemeen t/m 9 Niet genoemde beschikking | 216.481 | -202.992 | 94% |
Hoofdstuk 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn | |||
Paragraaf 1 Horeca t/m 4 Organiseren evenement of markt | 6.337 | -3.063 | 48% |
Totaal | 1.254.098 | -860.601 | 69% |
Toelichting
Algemene opmerking
Voor enkele paragrafen uit de legesverordening ontbreekt een raming in de begroting. Het volume is te klein om een raming te maken. De opbrengsten zijn overwegend incidenteel en komen slechts sporadisch voor. Derhalve worden er geen lasten en opbrengsten geraamd. De kostendekkendheid per hoofdstuk mag niet hoger zijn dan 100%, binnen de paragrafen van een hoofdstuk mag er sprake zijn van kruissubsidiëring. Dat wil zeggen dat een kostendekkendheid >100% op een paragraaf (bijvoorbeeld paragraaf 10 diversen) in principe is toegestaan, omdat de kostendekkendheid op het totaal van hoofdstuk 1 op 63% uitkomt.
Reisdocumenten, Nederlandse identiteitskaarten en rijbewijzen
Gemeente Maassluis hanteert de maximumtarieven die door het Rijk zijn vastgesteld. Dit houdt in dat naast de rijkskosten voor het document, de maximale bijdrage voor de gemeente wordt gevraagd. De maximale bijdrage blijkt onvoldoende te zijn om de volledige kostendekkend op dit product te realiseren.
Hoofdstuk 2
Bij de berekening van de kostendekkendheid van hoofdstuk 2 (omgevingsvergunning) is uitgegaan van een invoeringsdatum van de Omgevingswet/ Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 januari 2023. De cijfers (zowel de inkomsten als de uitgaven) zijn gebaseerd op schattingen. In de begroting is reeds rekening gehouden met een daling van de legesinkomsten als gevolg van het wegvallen van de bouwtechnische toets als gevolg van de invoering van de Wkb. De afgelopen jaren is gewerkt om tijdig klaar te zijn met alle aanpassingen in het proces en de digitale omgeving. In de praktijk zal de impact van de wetswijziging pas in de loop van het jaar/ enkele jaren zichtbaar worden. Hierdoor kunnen de komende jaren de kostendekkendheid en de tarieven fluctueren.