Financiële begroting

Geprognosticeerde balans

EMU-saldo

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV, art. 19) schrijft voor dat de gemeenten een raming van het EMU-saldo dienen te verstrekken over het voorafgaande jaar, het actuele jaar en de drie daarop volgende jaren.

Als gevolg van Europese regelgeving mogen EU-lidstaten een begrotingstekort (EMU-saldo) hebben van maximaal 3% van het bruto binnenlands product (BBP). Aan dit maximale tekort van 3% hebben, naast de Rijksoverheid, ook de decentrale overheden een aandeel. De EMU-systematiek werkt op een andere manier dan het baten- en lastenstelsel dat de gemeenten hanteren. Investeringen tellen bijvoorbeeld niet mee in het stelsel van baten en lasten, daarbij wordt uitgegaan van de kapitaallasten van de investeringen. Investeringen in een jaar tellen echter wel volledig mee in het EMU-saldo. Bij een sluitende begroting kan een gemeente daardoor toch een negatief EMU-saldo hebben. Het EMU-saldo van de gemeente Maassluis voor 2023 komt uit op € 14,4 miljoen negatief. Het betekent dat in EMU-termen de uitgaven € 14,4 miljoen groter zijn dan de inkomsten.

(bedragen x € 1.000)

EMU saldo

Rek. 2021

2022[2]

2023

2024

2025

2026

1

Exploitatiesaldo voor toevoeging aan c.q. onttrekking uit reserves (zie BBV, artikel 17c)

4.775

-356

117

2.201

1.948

-2.799

2

Mutaties (im)materiële vaste activa [1]

-1.774

-11.372

-16.502

-16.024

-6.158

-5.024

3

Mutatie voorzieningen

1.257

-15

-184

111

241

316

4

Mutatie voorraden (incl. bouwgronden in exploitatie)

580

3.602

2.187

-1.222

-314

-798

5

Verwachte boekwinst bij verkoop effecten en verwachte boekwinst bij verkoop (im)materiële vaste activa

0

0

0

0

0

0

Berekend EMU-saldo

4.838

-8.141

-14.382

-14.934

-4.283

-8.305

[1] Bij de bruto-investeringen wordt rekening gehouden met een realisatiepercentage van 70%

[2] 2022 betreft de primaire begroting

Deze pagina is gebouwd op 11/01/2022 14:39:38 met de export van 11/01/2022 14:15:47